Hier lees je alle unieke verhalen die zich op de manege afspelen. Ze zijn heel verschillend, de ene is zielig en de andere spannend. De meeste verhalen zijn uit het paard zelf geschreven, en hebben zwart-witte flashbacks op het verleden erin zitten.
Wil je dat er een deel 2 op een verhaal komt? Zet dan bijvoorbeeld in de reacties 'Verhaal 5 vervolg!'
Veel leesplezier!
Ik ben Mirakel
Ik lig in het stro, naast mijn moeder. Mijn moeder likt me schoon, vannacht ben ik geboren.
De eigenaar komt kijken, zijn strenge blik laat me schrikken. Is dat hoe die mensen zijn? Een uurtje lig ik al in het stro, mijn dunne beentjes doen pijn en ik heb het koud. Zou ik op die dunne stokjes kunnen staan? Mama kan het ook dus dan ik vast ook wel, bovendien knort mijn maagje. Tijd om te drinken!
Wankelend sta ik op, een paar keer heb ik het geprobeerd. Na de zoveelste keer lukt het me om mijn eerste stapjes te zetten, ik tast voorzichtig in het duister naar mama's uier. Gevonden! Hmm lekker zoet die melk, dat had ik even nodig.

Mijn mama wordt nu voor de 3e keer vandaag uit de stal gehaald, zonder mij. Ik ben 3 weken geleden geboren en wordt nu al zomaar achtergelaten, mijn eigenaar zorgt niet goed voor mijn mama. We krijgen te weinig eten en schoon water en ik weet niet waar mijn mama nu weer heen is. Ik ben nu alleen, de andere veulens staan in aparte stallen waar ik alleen kan zien als ik verplaatst moet worden. Zij zien er net zo uit als mij, een dun vachtje en hongerig.

Het is ondertussen 2 weken later, ik groei erg hard. Mijn benen zijn sterker en mijn tandjes komen al zo goed als door. Elke dag neemt mijn eigenaar mij mee op een wandeltocht, dan moet ik met een touw om mijn nek met hem meelopen. We gaan soms van het terrein van de fokkerij af, waardoor ik niet meer verder wil. Hij trekt mij dan verder, op een dag als ik sterk genoeg ben ga ik me daartegen verzetten.
Ik ben er ook achter gekomen hoe de eigenaar heet, hij heet namelijk Abel Sittekerk. Verder zie ik nooit iemand op de fokkerij, alleen andere Mustangs komen wel eens langs onze stal.
Abel komt onze stal binnenlopen, hij heeft de lasso weer bij zich. Ik verschuil me achter mama, in de hoop dat hij mij niet weet te pakken. 'BEEST KOM HIER!' Schreeuwde Abel door de stal. Ik schrok, dan toch maar naar hem toe...
Ik sjok wat achter hem aan, deze keer lopen we het terrein niet af. Maar richting de rijbak, wow wat voelt dat zand onder mijn voeten raar! Woehoeee even een vreugdebokje! Oh oeps daar had Abel niet op gerekend, rennuhh! 'Achterlijk beest' mompelt Abel zacht en loopt boos in de richting van Mirakel.


Ik zie de boze man stampvoetend op mij aflopen. 'Rennen Mirakel, rennen!' Schiet er ineens door mijn hoofd, mijn instinct neemt het over en ik begin met rennen, de bakdeur staat gelukkig nog open en ik ren naar buiten. Opeens voel ik een enorme ruk aan mijn hals, nee het touw zit er nog aan en Abel wist die te pakken!
Abel rendt nog half achter mij aan, al trekkend aan het touw. Ook wist hij onderweg een lange longeerzweep te pakken, waardoor ik nog harder begin te rennen.
Ik kom niet meer vooruit, Abel is te sterk! Plots staan we oog in oog, hij heft de lange longeerzweep op. Klaar om een flinke klap te geven, en ik kan er niks aan doen! 'Steiger, steiger! Snel nu het nog kan!' Bedenk ik me ineens, tuurlijk! Ook daar was Abel niet op voorbereid, opeens laat hij zijn zweep vallen en zijn grip in het touw verzwakt. Voor nu heb ik mezelf weten te redden, maar als het elke dag zo gaat word het er niet beter op.
Abel neemt me ruw terug de stal in, waar mijn mama staat te wachten. Daar ziet ze het gezicht van Abel, dat nog steeds op onweer staat. 'Wat heb je nu weer gedaan Mirakel?' Vraagt ze al zuchtend..

De afgelopen dagen werd het er niet beter op, ik heb nu striemen op mijn hals, achterhand en buik zitten van de zweepslagen die ik gekregen heb. Wel mogen mijn mama en ik in de overdekte rijbak, waar we even onze benen kunnen strekken tussen alle zware trainingen en lange wandelingen door. Vandaag vertrekt Abel naar een vriend in Limburg, heb ik gehoord van de andere paarden in de paddock. 2 meiden van manege De Eikenhof houden toezicht blijkbaar, ik weet niet wanneer ze komen helaas.
'Hehe eindelijk, daar zijn ze dan.' Zegt mijn mama opgelucht, ze heeft honger en het water in de emmer is smerig. De meiden lopen richting de modderige weilanden, waar de verwaarloosde hengsten staan. Zij hebben geen stal, maar slapen in het weiland of de kleine schuilstal.
Iedereen krijgt wat hooi en biks te eten, ook mijn mama krijgt te eten. Later die middag mogen we de paddock in, waar ik met de andere veulens aan het spelen ben. 'Tikkie jij bent 'm!' Roept Latijn, een ander Mustang veulen die ook altijd met ons in de paddock staat. 'Oh nee Happy is 'm, pas op zij is de snelste van ons!' Roep ik naar de anderen. Happy komt direct in actie en gaat achter mij aan, al achteruit kijkend galoppeer ik de hele paddock door, plots knal ik het hek op. Ik val verschrikt op de grond, er wordt een kringetje om mij heen gevormd. Mijn mama komt aanlopen, haar ogen staan verschrikt. 'Gaat het wel Mirakel? Dat wat een akelige val zeg.' Zegt mijn mama. 'Eeh ja het gaat wel denk ik.' Antwoordt ik terug.
De rest van de middag hebben we lekker kunnen spelen, ondertussen lig ik al in het stro bij mijn mama. Ik heb alleen 1 ding uit te leggen aan jullie, het gebeurde toen Abel weer terug kwam van zijn lange reis. Mijn mama en ik zagen dat de auto van Abel al bijna de snelweg over was, de paddock kijkt uit over de weilanden en de grote snelweg, vanaf daar zagen wij hem aankomen. Ook mijn mama was het zat, ze sprong over het hek van de paddock heen. Waarna ik haar volgde. De auto van Abel was al geparkeerd, hij zag hoe ik over het hek sprong. Mijn mama rende al voor me, ze was bijna bij de stal waardoor Abel haar niet meer kon zien.
Abel rende op mij af en pakte mijn manen, ik beet hem in zijn arm en hij liet mij verschrikt los. Ik rende achter mijn moeder de stal in. Dat gebeurde dus net 2 uur geleden, maar er is nog iets wat ik kwijt moet. Iets waarvan ik maar niet in slaap kan vallen, ik heb namelijk Abel met de 2 stalmeiden horen praten. Abel is van plan mij te verkopen..


Ik heb deze nacht niet kunnen slapen, ondanks dat mijn mama mij zo vaak gezegd heeft dat dat niet gaat gebeuren.
plots staat er een vrouw in het wit gekleed voor onze stal, ze komt binnen en doet een raar ding van touw om mijn hoofd. 'Laat me gaan, dat ding zit niet goed hoor!' Roep ik tegen haar, maar zij verstaat mij natuurlijk niet. Ik ben niet van plan me mee te laten nemen door deze vrouw, bovendien heeft ze zo'n apart luchtje om zich heen hangen dat me totaal niet aanstaat.
Mijn mama geeft me een duwtje als teken dat ik mee moet lopen, bah dan moet het toch maar.
Ondertussen sta ik weer terug naast mijn mama in de stal, die vrouw die net langskwam was blijkbaar een dierenarts. Die heeft mij onderzocht op ziektes en ingeënt tegen gevaarlijke ziektes. Ze zij dat ik alleen veel te mager ben en die striemen van de zweep elke dag moeten worden ingesmeerd met zalf.

Na een kort slaapje hoor ik mensen in de gang lopen, druk pratend lopen ze naar onze stal. Ik doe verschrikt een stap achteruit, wie zijn dat? Gelukkig, het zijn de 2 stalmeiden die toen op ons gepast hebben. ‘Zij komen je vast ophalen Mirakel, je bent immers verkocht’ Zegt mijn mama snel. Ik schrik, moet ik nu al weg?!
1 van de meiden loopt de stal binnen en doet het rare ding van touw om mijn hoofd, ze loopt al pratend een paar stapjes vooruit. ‘Ik wil niet! Ik blijf bij mijn mama!’ Dacht ik, en kwam in verzet. Helaas ben ik nog een veulen, en kan ik niet op tegen 2 mensen die mijn meetrekken. Mijn moeder hinnikt terwijl ik al trekkend de gang doorloop, achter de meiden aan.
Voor het erf staat een auto met trailer erachter, en helaas is Abel er ook. Hij heeft zijn arm in een mitella. ‘Net goed.’ Gaat er al grinnikend door mij heen.
Abel pakt het uiteinde van het touw stevig vast, terwijl de meiden de klep van de trailer opendoen. Mijn blik gaat nog 1 keer rond de fokkerij, de paddock waar mijn mama en ik overheen gesprongen zijn, de weg waar Abel mijn altijd overheen sleepte en het een ‘wandeling’ durfde te noemen en het gangpad dat naar onze stal leidde. Oja, natuurlijk die plek waar ik ontsnapte aan Abel en hem in zijn arm gebeten heb. Ik heb er nog steeds geen spijt van.
Een duw tegen mijn achterwerk deed mij ontwaken uit mijn gedachten, moest ik nu al de trailer in?! ‘HUP DIE TRAILER IN BEEST!!’ Roept Abel boos. Van schrik spring ik de trailer in, de meiden duwen me snel het laatste stukje verder.
De klep wordt gesloten en ik sta al vastgeknoopt in de trailer, helemaal alleen. De moter van de auto word trillend aangezet, buiten hoor ik alle Mustangs van de fokkerij hinneken. Zelfs de veulens waarmee ik in de paddock speelde hoor ik schel hinniken. We rijden langzaam het erf af, voor de laatste keer hoor ik mijn mama hard hinneken, en ik doe het net zo hard terug. Het knarsende geluid van de steentjes verdwijnt, en maakt plaats voor het geluid van banden op asfalt.

Na een paar uur reizen komt langzaam aan de maan tevoorschijn, en kan ik de omgeving alleen nog zien door het beetje maanlicht. Ik voel me alleen, hongerig en koud. Hoe laat zou het zijn? In de verte verschijnen ineens lichtjes, straatlantaarns? Ben ik dan eindelijk bijna bij de eindbestemming?
En ja hoor, amper 10 minuten later sta ik op een groot erf. Ik wordt uit de trailer geleid. 'Pfoeh even mijn benen strekken'. Ze waren helemaal stijf en stram geworden door de lange tijd stilstaan. Een stalmeisje neemt mij mee naar een open plaats, aan de linkerkant lopen er paarden verschillende weilanden. Verderop staat een ander meisje met een paard en veulen naast haar. Het meisje naast mij brengt mij naar haar toe. 'Dus dit is het nieuwe veulentje?' Zegt het meisje met de merrie naast haar. 'Ja klopt, moet je zien hoe hij eruit ziet. Zijn vorige eigenaar had het niet best met hem voor'. Zegt het meisje naast me.
'Mama, wie is dat veulen?' Vraagt het veulentje van de merrie. 'Dat is het nieuwe veulen hier, ik ben zijn pleegmoeder totdat zijn moeder ook gekocht gaat worden'. Zegt de moeder van het veulen. Samen lopen we naar de op 1 na achterste stal tegenover de weilanden en de kantine/dierenarts.
Het meisje dat naast mij liep doet mijn halster af en sluit de staldeur. 'Ik zal me even voorstellen, ik ben Maya en dit is mijn veulen Spots. Ik ben je pleegmoeder tot de eigenaar van deze manege jouw moeder ook kan kopen'.



-Een aantal weken later-
Bekende stappen klinken op het erf. Verschillende paarden kijken op van hun hooi, zou er weer een nieuw paard komen? Marco, het oude westernpaard wat naast ons staat kijkt ook op. 'Goh, alweer een nieuw paard? Dat is al de 4e deze maand!' Zegt Marco verbaasd. 'Ja dat kan best, er is nog genoeg ruimte dus er kunnen best paarden bij. Bovendien heeft de manege meer westernpaarden nodig'. Reageert Maya daarop.
In de weken dat ik hier gestaan heb heb ik me erg vermaakt, we mogen elke dag het weiland in en krijgen genoeg te eten. De striemen van de zweep zijn al bijna weer genezen, ook zijn mijn ribben al bijna niet meer te zien. Gelukkig hoef ik Abel niet meer te zien.
De stappen klinken luider, het hek van het merrieweiland gaat open en een paard wordt erin gezet. 'Goh, sinds wanneer mogen we zo vroeg al op de wei?' Zegt Maya. 'Ik heb geen idee, dit kan niet. Het is nog veel te vroeg, we hebben ons hooi nog niet eens op'. Zegt Marco tegen Maya.
'Hé Mirakel, kan dat niet jouw moeder zijn?' Vraagt Spots twijfelend aan mij. 'Dat zou kunnen, maar zou ze nu nog komen? Ik sta hier al een tijd en denk eerlijk gezegd dat ze haar al vergeten zijn'. Zeg ik tegen Spots.
'Nee joh! Als de eigenaar eenmaal iets in haar hoofd gehaald gaat het gebeuren ook, vooral als het om jouw moeder gaat. Zij heeft jou nodig en jij haar ook, bovendien heeft ze hier een beter thuis dan daar. Dat heb ik wel gezien aan jou, kijk hoe goed je er nu uitziet!' Zegt Maya tegen mij.
Eenmaal dat gezegd komt er een meisje binnen, waar ik inmiddels de naam van weet: Anna. Ze opent de deur en pakt een halster om mij mee te nemen. 'Uh waar ga ik geen jongens?' Zeg ik twijfelend. 'Ik denk dat jouw moeder op je staat te wachten, ga maar snel naar haar toe!' Zegt Marco tegen mij.
En ja hoor, in het merrieweiland staat de uitgemergelde Mustang merrie te grazen tussen de verse grassprietjes. Ondanks haar toestand weet ze een schelle kreet uit te brengen, die ik natuurlijk beantwoord. 'MAMA IK KOM ERAAN!!'
Anna laat mij los in het weiland en ik sprint naar mijn moeder, wat ruikt ze raar. De geur van de Mustang fokkerij hangt nog in haar vacht.
'Ik dacht je nooit meer terug te zien Mirakel, ik ben zo blij je weer te zien!' Zegt mijn moeder opgelucht.
'Dus vertel me eens, wat is deze plek? Er staan zoveel verschillende rassen paarden, dit kan toch geen fokkerij zijn?'
'Nou kijk mam, dit is een manege. Hier kunnen kinderen leren paardrijden, de meiden die ons die ene dag in de fokkerij verzorgt hebben kwamen van hier. Vandaar de goede zorg, want hier worden we tenminste niet als een ding behandeld'. Zei ik tegen mijn moeder.
Sinds dien zijn we samen, mijn moeder was in het begin bang voor mensen, door al die jaren verwaarlozing en mishandeling. Tegenwoordig kan je op haar rijden en wordt ze gebruikt als lespaard voor de gevorderden!


Hier komt het volgende verhaal, waar ik heel veel werk ingestoken heb om het te schrijven!
Gestolen!
'Elisa, rennen!' Roept Lucy hard.
Dit was al de zoveelste keer dat de eigenaar van de zwaar verwaarloosde pony boos achter hun aan kwam rennen.
'Snel de bocht om!' Lucy trekt Elisa met zich mee.
Joris is de pony in het overwoekerde weilandje, de lange hoeven en magere lichaampje zijn de laatste tijd alleen maar erger geworden.
'Daar is mijn huis!' Lucy neemt Elisa mee haar huis in, de eigenaar is de meiden inmiddels uit het oog verloren.
'Oké, we moeten voortaan weer s 'avonds naar Joris. Dit werkt niet zo.' Hijgt Elisa. 'Klopt, we kunnen die arme pony daar ook niet laten staan, Herman komt nooit bij die pony!' Antwoordt Lucy.
Joris is zo'n lieve Haflinger, maar zijn eigenaar Herman kijkt niet meer naar hem om sinds hij werkeloos en alcoholverslaafde is. De buren van Herman zijn verhuisd vanwege de stank achter hun huis, waar het weilandje ligt.
Dat huis is inmiddels verlaten, net als de hele wijk daar, want niemand wilde daar meer wonen. Er is al meerdere keren aangifte tegen de man gedaan, maar aangezien hij geen hulp wil kan niemand er iets aan doen.
Lucy schuift wat verhuisdozen opzij, zodat de meiden op de bank kunnen zitten.
'Laten we naar de manege gaan, dan mogen we misschien nog even meehelpen met de kinderlessen.' Zegt Lucy.
Nadat ze wat gegeten en gedronken hebben stappen de 2 op hun fietsen. 'Zullen we langs het bos fietsen?' Vraagt Elisa. 'Ja leuk!' Roept Lucy enthousiast.
Het bos vlak naast het dorpje wordt vaak gebruikt door ruiters om buitenritten te maken, Elisa en Lucy komen er daardoor ook vaak.
Daar staat het verlaten huis van de buren van Herman, de begroeïng op het huis wordt met de dag groener. De lente komt er weer aan!
Al vrolijk zingend fietsen de meiden door de lege wij net iets buiten het dorp. Dit is de enige verharde weg naar het bos.
'Hé jullie! Stop!' Klinkt een dronken stem
Onregelmatige voetstappen komen steeds sneller in de richting van de meiden.
Die stem hebben de meiden al vaak genoeg gehoord. De vrolijke stemming veranderde in angst, voor de 2e vandaag moet het tweetal zit uit de voeten maken.
'Kom op Elisa, we kunnen over de verharde weg door het bos fietsen!' Schreeuwt Lucy snel. Zo gezegd, zo gedaan, het erf van de manege komt langzaam inzicht.
'Haha, gelukkig heeft die Herman een hele slechte conditie! Hijgt Lucy na. 'Toch blijf ik die man eng vinden, het lijkt wel alsof hij altijd dronken is!' Zegt Elisa tegen Lucy.
Samen lopen ze de kantine binnen.
'Hoi Anna!' Zeggen de meiden in koor.
'Hee meiden, jullie komen zeker weer meehelpen?' Antwoordt Anna vrolijk. 'Als dat kan ja!' Zegt Lucy tegen Anna.
'Vooruit dan maar, ga Fabio en Sultan maar alvast binnenzetten, ze staan in het weiland van de hengsten.' Zegt Anna lachend.
'Zo, die staan binnen!' Elisa geeft Fabio nog een laatste aai over zijn fijne neusje. 'Zullen we naar Lonneke, Mistral en Kitty gaan?' Vraagt Lucy. 'Ja hoor, volgens mij staan ze ook nog in het weiland.' Antwoordt Elisa.
De paarden van de 2 meiden komen al aan draven zodra de meiden richting het hek van het weiland lopen. Kitty, het schattige IJslanderveulentje van Mistral komt al huppelend achter haar moeder aan.
Zonder iets te zeggen aaien de meiden hun paarden, die nu na een buitenrit in de ochtend de rest van de dag mogen rusten in het weiland.
Langzaam gaat de zon onder, de meiden zijn inmiddels weer thuis. 'Mam, waar liggen mijn tekenspullen?' Vraagt Lucy. 'In de verhuisdoos naast de bank.' Antwoordt Linda, de moeder van Lucy.
'Zullen we Joris gaan tekenen?' Vraagt Lucy aan Elisa. 'Ja leuk! Wie het het mooiste kan wint!' Zegt Elisa terug. Al snel zijn de meiden aan het tekenen. Langzaam verdwijnt het daglicht en kleurt de lucht zwart.
'Het is al bijna donker, zullen we nog even langs Joris gaan?' Vraagt Elisa. 'Is goed, even de tekenspullen opruimen.' Antwoordt Lucy.
De straatlampen springen aan onderweg naar het weilandje, in dit deel van het dorp kom nooit iemand. Er staan meerdere verlaten huizen en een paar meter verderop staan geen straatlantaarns meer.
Het roestige prikkeldraad rondom Joris's kleine weilandje komt in zicht..
Stemmen klinken zacht in de verte.
'Shh Lucy, ik hoor stemmen. Misschien is het Herman.' Fluistert Elisa. 'Laten we onze fietsen in de bosjes neerzetten, dan gaan we te voet verder.' Fluistert Lucy terug.
Snel zetten de meiden hun fietsen in het bosje voor het huis om de hoek, waar inmiddels ook niemand meer woont.
De stemmen klinken luider naarmate Elisa en Lucy dichterbij komen, plots zien ze 2 mannen staan. Snel duiken ze achter een bosje weg achter het huis op de hoek. Al weggedoken achter het bosje luisteren ze naar wat de mannen te zeggen hebben.
'Laten we die pony naar de Zuideliersmarkt brengen, niemand daar zou zien dat deze pony gestolen is.' Zegt de man in zwart kleren. Uit de trailer klinkt geproest en gesnuif.
'Ja goed plan, zou mooi zijn dat we deze pony zo snel mogelijk verkopen.' Antwoordt de andere man in het zwart. 'Laten we gaan, we staan hier al lang genoeg. Straks valt het op.'
Al pratend gooien de mannen de klip dicht.
Elisa, die al die tijd gehurkt heeft gezeten om over het bosje te gluren verliest haar evenwicht. Met een luide plof komt ze op de grond terecht.
De mannen kijken verstoord op naar het bosje waar Elisa en Lucy zich al die tijd verstopt hebben.
'Laten we gaan kijken, straks luistert iemand ons af.' Fluistert 1 van de mannen. De man loopt richting de auto, doet de deur naast het stuur open en pakt iets in een zwart omhulsel. Later weet hij ook een 2e te vinden, die hij aan de andere man geeft. Samen lopen ze voorzichtig naar het bosje.
'Elisa, rennen!' Fluistert Lucy snel. Snel rennen ze bebukt naar het verlaten huis op de hoek, ze haastten de trap op om in 1 van de slaapkamers om een plan te bedenken. Ze waren ontdekt, maar zomaar wegfietsen zou te veel opvallen.
'Shh, ik hoor voetstappen. Kijk, voetafdrukken in de modder daar, ze moeten dit huis wel zijn ingegaan Bas!' Fluistert 1 van de mannen. 'Laten we gaan kijken Luuk, we moeten die mensen vinden, wie weet hoeveel mensen het ons wel niet afgeluisterd hebben!' Antwoordt Bas.
'Kom Elisa, we moeten ons verstoppen, we hebben geen keus! Als jij in de kast naast het bed hier gaat ga ik me verstoppen in de kast in de logeerkamer, goed?' Stelt Lucy voor. 'Goed, maar opschieten want ik hoor stemmen!' Antwoordt Elisa snel. Lucy rent naar de logeerkamer, die naast de slaapkamer waar Elisa is is. Net als Lucy de kastdeur achter zich dichtgetrokken heeft, hoort te voetstappen het huis binnenkomen.
'Ze kunnen niet ver weg zijn, we hoorden ze net nog wegrennen. Laten we opsplitsen, jij boven, ik beneden.' Zegt Bas
Zware voetstappen komen de krakende trap op, eerst naar de badkamer, dan over de overloop naar de slaap -en logeerkamers. Lucy houdt haar adem in. De man staat in de deuropening van de logeerkamer. Lucy kan net onder de deuropening van de kast kijken.
Daar staat hij dan, een grote, in zwart gekleedde man. Het gene wat hij uit de auto haalde bungelt aan zijn riem. Lucy ziet hoe de man het uitstekende handvat vastpakt en het uit het omhulsel trekt.
Het gekartelde mes blikkert in het felle maanlicht dat door het kapotte raam schijnt. Langzaam komt de man binnen, hij kijkt rond, zet een paar stappen in de richting van de kast en loopt daarna de kamer uit. Lucy laat haar adem ontsnappen, hij heeft háár in ieder geval niet gevonden. De man loopt verder naar de kamer waar Elisa in zit, te horen aan zijn voetstappen loopt hij de hele kamer door.
Ook de andere man komt naar boven, samen lopen ze de krakende zoldertrap op. De planken kraken onder het gewicht van de mannen.
Na een paar minuten staan beide mannen op de overloop. 'Ik denk dat de mensen die hier waren al weg zijn laten wij ook gaan voordat de politie zo komt'. Zegt Bas. Haastig lopen de mannen het huis uit. De voetstappen sterven weg. Elisa en Lucy komen weer bij elkaar, samen lopen ze naar het raam.
'Fietsen?!' De mensen zijn hier nog stééds!' Roept Luuk boos. 'Luuk nee, we moeten gaan. We zijn hier echt al véél te lang.' Zegt Bas sussend. Bas steekt zijn mes in de banden van de fietsen, die met een harde knal leeglopen. De knal galmt nog na tot aan de bewoonde wijken.
'En nu snel weg hier.' Zegt Bas hardop in zichzelf en hij loopt snel achter Luuk aan.
Het geratel van een automotor vult de straten, het felle licht van koplampen komt de hoek om. De auto van de mannen met de trailer rijdt langs het huis waar Elisa en Lucy uit het slaapkamerraam hangen.
'SUKKELS!' Schreeuwt Lucy naar de mannen in de auto. Bas draait zich om en kijkt naar de meiden in het raam. Snel pakt hij iets uit de auto, en gooit het naar de meiden. Met een doffe klap komt het kapotte halster van Joris tegen de muur, vlak onder het raam waar Elisa en Lucy bij staan. Het halster valt naar beneden en komt in een bosje onder het raam terecht. Elisa deinst geschrokken een paar passen achteruit, maar Lucy blijft staan en kijkt de man vol woede aan. Het is niet eerlijk.
Voor de laatste keer zien ze de lieve pony Joris, die weerloos en alleen in de trailer staat te wachten tot hij bij zijn volgende stal aankomt. De auto draait de bocht om, het geluid van de motor sterft weer weg. Doodse stilte keert terug en de meiden kijken elkaar vol verwarring aan. 'Dus Joris is gestolen?' Doorbreekt Elisa de stilte. 'Ja, en wij hebben net heel veel geluk gehad. Die mannen zijn echt gevaarlijk.' Antwoordt Lucy. 'Laten we maar naar huis gaan, het is nog maar 9 uur maar ik wil hier niet langer zijn.' Zegt Lucy.
Met hun fietsen aan de hand lopen ze samen over de straat, in stilte. Joris wordt weer verkocht, ze weten niet eens op welke markt Joris komt te staan.
'Hee meiden, zijn jullie nu alweer terug?' Merkt Linda op. 'Ja mam, Joris had geen zin om nog met ons te zijn, volgens mij wilde hij gewoon slapen.' Zegt Lucy tegen haar moeder. 'Zullen we naar boven gaan Elisa?' Vraagt Lucy snel. 'Is goed! Wat eten jullie eigenlijk vanavond?' Vraagt Elisa. 'Vanavond eten we lasange, lus je dat?' Antwoordt Linda. 'Oh ja hoor, lekker!' Roept Elisa enthousiast. 'Over een half uurtje gaan we eten, zorgen jullie dat jullie dan beneden zijn?' Vraagt Linda aan de meiden. 'Ja!' Klinkt er in koor, Elisa en Lucy lopen al struikelend over de verhuisdozen naar boven. Lucy gaat op haar bed zitten, Elisa in de zitzak in de rechterhoek van de kamer.
'Je kamer wordt al mooi! Veel beter dan dat oude, kleine kamertje van eerst!' Zegt Elisa bewonderend. 'Klopt ja, boven mijn bed komt de tekening van Joris te hangen.' Antwoordt Lucy.
De nieuwe kamer van Lucy is groot met een hoog raam naast haar bed, bij de deur is een grote nep palmboom geplaatst en de muren zijn lichtblauw geverfd. In alle hoeken van de kamer staan verhuisdozen, die nog moeten worden uitgepakt.
'Als ik eerlijk ben hoopte ik al dat Herman Joris zou verkopen, dan krijgt hij tenminste een beter thuis dan daar.' Zegt Elisa eerlijk. 'Ik hoop het ook voor hem, wij hebben altijd onze eigen paarden nog!' Zegt Lucy terug. 'Ik heb lekker gegeten, jullie ook?' Vraagt Elisa. 'Ja hoor.' Antwoorden Linda en Lucy tegelijk.
Lucy's broertje bleef bij een vriend van hem eten, Lucy's vader heeft Lucy nooit gekend.
'Laten we nog even een spelletje doen voordat Elisa weer opgehaald wordt!' Stelt Linda voor. 'Goed hoor, dan kunnen we nog even genieten dat er geen irritante jongen rondloopt hier!' Roept Lucy giechelend. Samen zoeken de vriendinnen een spel uit en nemen het mee naar de woonkamer.
Een paar minuten later gaat de bel al, en wordt Elisa opgehaald door haar moeder. 'Ik ga maar eens slapen mam.' Zegt Lucy tegen haar moeder. 'Is goed hoor meid, welterusten!' Antwoordt Linda terug. Linda geeft Lucy een kusje op haar wang en loopt naar de tv. Lucy rent de trap op, zet de radio aan en gaat op haar bed liggen.
'Hé een appje.' Mompelt Lucy in zichzelf.
Hoi Lucy, met Anna. Ik ben van plan om morgenochtend om 11 uur naar de zuideliersmarkt te gaan om te kijken voor een nieuwe pony. Willen jij en Elisa ook mee?
Hm eens denken, volgens mij heb ik daar wel tijd voor over.
Ja hoor, ik zal Elisa ook even vragen!
Prima, kunnen jullie om kwart voor 11 aanwezig zijn?
Komt goed, bedankt!
Het is intussen al half 10, tijd om te gaan slapen. Lucy trekt haar pyjama aan en stapt in bed. Nu pas voelt ze hoe moe ze eigenlijk is, langzaam vallen haar ogen dicht, en valt ze in een droomloze slaap.
De man in zwarte kleren doet dreigend een paar stappen in de richting van Elise. 'Nu heb ik je, had je ons maar niet moeten afluisteren meisje.' Zegt de man zacht. Elise kan geen woorden vinden om de man te laten stoppen.
Ze ziet het kapotte raam, die naast de kast zit, de kast waarin zij zich verstopt had. Ze was ontdekt, en de man in zwarte kleren had haar in een hoek gedreven.
'He Luuk, waar zit je?' Roept de andere man vanaf de trap. Luuk draait zich met een ruk om. Elisa ziet haar kans schoon, ze staat snel op en rent naar het raam. Luuk had haar al door, en haalt uit naar haar arm met zijn mes. Een ijzingwekkende kreet klinkt vanuit Elisa's mond, bloed druppelt op de grond en laat een spoortje achter. Ze bedenkt zich geen moment en springt uit het raam, terwijl de man probeert haar voeten uit de lucht te vissen. De grond komt steeds dichterbij, Elisa beseft net dat ze van de eerste verdieping naar beneden is gesprongen, dat kan ze bijna niet overleven! Haar hoofd raakt de koude, stenen weg.
Met een ruk wordt Elisa wakker, de droom nog goed voor haar. Opgelucht kijkt ze om zich heen, veilig thuis. Plots kijkt ze naar haar arm, waar de man zijn mes ingezet heeft. Helemaal niks, geen bloed, gewoon normale huid. Gelukkig.
'Het was maar een droom Elisa.' Zegt Elisa tegen zichzelf, ze gaat weer liggen. Maar kan niet meer in slaap komen.
Na het ontbijt brengt de vader van Elisa haar naar de manege, waar Lucy haar opwacht. 'Half 11, mooi op tijd.' Zegt Lucy tegen Elisa. 'Laten we nog even naar Lonneke, Mistral en Kitty gaan.' Stelt Lucy voor.
Na 5 minuutjes komt Anna de 2 meiden ophalen. 'Tijd om te gaan meiden!' Zegt ze tegen de 2. De grote paardenvrachtwagen draait het manege erf af. 'Zou Joris ook op die markt staan?' Vraagt Lucy zich hardop af. 'Hoe bedoel je Lucy, Joris heeft toch al een eigenaar?' Vraagt Anna nieuwsgierig. 'Nou ja, hij is gisteravond gestolen, Elisa en ik hebben de dieven per ongeluk afgeluisterd.' Flapt Lucy er ineens uit.
Tegen de tijd date de vrachtwagen aankomt op de markt hebben Lucy en Elisa alles aan Anna uitgelegd, over dat de mannen heb bedreigd hebben en hoe ze maar net veilig en wel wisten te ontsnappen. 'Hebben jullie aangifte gedaan?' Vraag Anna. 'Nou nee, we weten niet hoe de mannen eruit zien. Ze droegen zwarte kleding en hadden een muts met mondkap op, alleen hun ogen kon je zien. De trailer en de auto konden we niet goed zien, het was al donker en er is in die wijk geen verlichting. ' Antwoordt Lucy.
'Lucy, dat kapotte halster dan? Toen jij naar die ene man schreeuwde gooide hij een kapot halster naar je!' Roept Elisa plots. 'Laten we die gaan zoeken vanmiddag, dan kan de politie sporenonderzoek doen!' Zegt Lucy terug.
De 3 meiden stappen uit, ze staan op een grote, onverharde parkeerplaats. Links van hun staat een tent met daarin de EHBO en dierenarts, recht voor hun is de ingang waar vele mensen en paarden heen en weer lopen. Anna loopt voorop naar de ingang, eenmaal binnen staan er veel soorten en maten paarden links en recht van hun. Vastgebonden aan hekken, tussen de hekken ligt het pad. Vooral in het begin staan de goede, mooie paarden. Naarmate de meiden verder naar achter lopen, beginnen de paarden er slechter uit te zien. Een doffe vacht, hangend hoofd en lange of afgeschuurde manen, zo zien de meeste paarden eruit. In de verste hoek staan een paar opvallende pony's, het zijn alleen maar Haflingers! 'Die ene daar lijkt wel erg veel op Joris zeg!' Fluistert Elisa tegen Lucy en Anna. Lucy loopt wat dichter naar de verwaarloosde pony, ze aait hem even over zijn brede neus.
In zijn ogen verschijnt een bekende blik, die blik die hij ook altijd trok als Elisa en Lucy hem kwamen bezoeken in zijn weilandje. 'Hé meisje, een beetje afstand houden graag!' Zegt 1 van de verkopers plots. Lucy schrikt van de plotselinge stem, en kijkt de man even recht aan, draait zich om en wil net weglopen. 'Dat lijkt wel 1 van de meisjes van gisteravond.' Zegt de ene man tegen de andere man.
Lucy schrikt weer, ze hebben haar herkend! Ze zet het op een lopen, en dringt zich tussen de andere mensen door. 'Hé meisje, stop!' Hoort ze 1 van de mannen naar haar roepen. 'Elisa, Elisa, de mannen hebben me herkend, we moeten weg hier!' Zegt Lucy snel. Ondertussen is 1 van de verkopers opgestaan en kijkt zoekend om zich heen, tot hij de meiden ziet staan, en zich door de mensenmassa probeert te wurmen. 'Ga maar naar de auto meiden, wacht daar tot ik terug ben goed?' stelt Anna voor. 'Prima, nu snel weg hier.' Zegt Lucy. De man is al bijna bij de niets vermoedende meiden. 'Hé jullie, blijf staan!' Roept de man naar de meiden. Lucy kijkt om, en ziet de boze man op haar afkomen. Ze pakt Elisa bij haar pols vast en trekt haar met haar mee de mensenmassa door. Eenmaal op de parkeerplaats aangekomen zetten ze het op een lopen naar de auto, zo snel mogelijk rennen de meiden naar de grote vrachtwagen.
'Pff, dat scheelde niet veel, ik weet zeker dat dat Joris was. Die blik in zijn ogen herken ik uit duizenden.' Zegt Elisa tegen Lucy. 'Ja, maar we moeten echt aangifte doen Lucy.' Zegt Elisa tegen Lucy. Lucy is het daarmee eens, die mannen zijn gevaarlijk en stelen andermans paarden.
De man die Lucy en Elisa ontdekt had, verschijnt bij de in -en uitgang. Zoekend kijkt hij om zich heen, en loopt al rondkijkend over de grote parkeerplaats. 'Elise, daar is die man, laten we op de achterbank gaan zitten!' Zegt Lucy snel, de meiden hadden namelijk uit haast de plaatsen van de bestuurder in beslag genomen. Snel kruipen de meiden via het gat tussen de autostoelen naar de achterbank, waarvan je niet vanaf buiten door de ramen kan kijken. Al glurend tussen de bestuurdersstoelen ziet Elisa hoe de man richting verschillende ramen loopt, om vervolgens naar binnen te gluren. Tot de man naar hun vrachtwagen loopt. 'Lucy, bukken!' Fluistert Elisa snel. Lucy weet nog snel de autosleutels te pakken, en op het knopje te drukken om de auto op slot te doen. Ook Lucy wurmt zich in de voetenruimte. De man probeert door het geblindeerde raam te kijken, maar ziet niet veel. Dan maar via het grote voorruit, zo ver als hij kan zien is er niemand in de auto. Snel loopt hij verder, langs het raam van Lucy. Een medewerker komt naar hem toe lopen, het is een bewaker.
Lucy gluurt over het randje van de deur, ze zit dicht tegen het raam aan. De bewaker staat te praten met de man. Voor een paar seconden werpt de dief een blik richting het raam van de vrachtwagen, een woedende blik wordt naar Lucy toegeworpen. Lucy blijft kijken naar de 2, ze ziet hoe de bewaker de man meeneemt terug de markt op. De bewaker heeft niks doorgehad vermoed ze.
Na een half uurtje praten komt Anna terug met 2 paarden. 'Hé, volgens mij heeft Anna Joris gekocht!' Roept Elisa enthousiast. En ja hoor, Anna heeft Joris en een New Forrest pony gekocht, met een goede verzorging en veel aandacht kunnen beide pony's prima worden gebruikt in de lessen.
- Een paar maanden later -
In de tussentijd is er veel gebeurd, de dieven zijn opgepakt wegens diefstal en wapenbezit, ze wachten nog op hun straf.
Herman mag zijn gestolen pony niet meer hebben nadat er een inspectie langskwam om zijn voorzieningen voor een pony te controleren, hierin is hij gezakt en mag de manege de pony houden. Herman is ondertussen verhuisd en doet mee aan een therapie om van zijn alcoholverslaving af te komen.
'We zijn al maanden naar deze mannen opzoek, in heel Nederland werden paarden gestolen en verkocht door deze mensen. Jullie meiden hebben jullie moed bewezen om deze mannen af te luisteren en aangifte te doen. Daarom verdienen jullie deze.'
Zegt de politieofficier plechtig. Voorzichtig doet hij de glanzende medailles om bij de meiden. De meiden kijken elkaar serieus aan. Elisa proest het uit van het lachen, Lucy en hun ouders doen mee. Zonder eigenlijk te weten waar ze om lachen. De meiden krijgen applaus van de politieagenten die meegeholpen hebben aan de Gestolen-paarden zaak.
Reactie plaatsen
Reacties
echt supergaaf! i love schleich! kan hier ook een verhaal komen over schleich Sara & Mystery? die heb ik namelijk!
kan je een verhaal maken over een eenhoorn veulen die wordt gestolen van zijn echte moeder en hij zit vast in de normalevacht en uiteindelijk ziet hij haar weer maar hij wordt wel heel erg mishandled
Waarom zijn de beelden van dat verhaal van het mishandelde veulen zwart-wit?
Super cool,
die verhaaltjes en dat je Schleich repaint.
Vriendelijke groet Sara van Thiel
Zo leuk, isolde!
Ik ben hier via howrse: Mira_horse
Je website is suuuper! Ik ben ook een studio(tje)
begonnen: Schleich repainting De Goude Hoefjes
Ik maak binnenkort ff een website aan, die ook over mijn s- manege zelf gaat😉
Veel suc6 met je website!
xxx
Wauw Isolde! leuk verhaal! Ik heb hem helemaal uitgelezen! hij was zo spannend dat ik niet eens kon stoppen :P
Nicee! Echt spannend. Ik kan echt niet wachten tot deel 2. Er komen wel foto's bij hé?
Ik ben nu met deel 2 bezig! :P
Leuk!! en heel erg spannend!! Wanneer komt de rest online?
Echt gaaf. Komt er een deel 2?